Églantine Tercelin
“In het atelier voel ik me thuis. Boekhouding, offertes opmaken of klanten die niet betalen achter de veren zitten … dat is echt niets voor mij. Dus leve Smart!”

Het atelier van Eglantine Tercelin is net een geheime schatkamer. Je zou niet vermoeden dat het er is en nog minder wat er allemaal staat wanneer je aan het gebouw voorbij wandelt. Want als we op de laatste verdieping van een gebouw met kunstenaarsateliers in Anderlecht de deur open duwen, ontdekken we echte juweeltjes. Voorwerpen die zo uit een rariteitenkabinet kunnen komen, een enorme gesculpteerde houten lijst, vergulde vogeltjes, designstoelen bekleed met bladzilver, kunstwerken in glas … Gekleed in een warme trui en haar werkschort ontvangt Eglantine ons: “Ik heb er niet aan gedacht om me te verkleden voor de foto. Het zal tenminste realistisch zijn.” Dit atelier is echt gezellig. En zij ook.


 

Églantine Tercelin

Vergulder van ornamenten

Brussel

47 jaar

Bij Smart sinds 2009




Interview

Hoe beslis je om vergulder te worden? Is dat altijd een roeping geweest?

Toen ik uit het middelbaar kwam, wist ik dat ik met mijn handen wilde werken en dingen restaureren. Ik had dus wel een idee, maar wist niet welke richting ik uit wilde. Dus schreef ik me aan de universiteit in voor kunstgeschiedenis omdat ik dacht dat ik dan wel in contact zou komen met antiek … of archeologie, daar had ik ook aan gedacht. Ik heb een jaar gedaan, maar ben niet aan het tweede begonnen. Via mijn vader, die met oude stoffen werkte en deelnam aan antiekbeurzen, heb ik dan een vergulder ontmoet. Ik ben een week bij hem gaan proefdraaien en toen wist ik: “Dit is het”.

Het vak van vergulder is niet erkend in België, dus schreef ik me in voor een leercontract als schilder van gebouwen. Dat kwam toen, in 1997, het meest in de buurt. Na drie jaar op leercontract en dankzij een beurs van de Koning Boudewijnstichting kon ik voor een jaar naar Parijs, waar het beroep wel erkend is. Daar heb ik mijn CAP (n.v.d.r.: Certificat d’Aptitude Professionnelle) behaald en vijf jaar gewerkt. Daarna keerde ik terug naar België.

Hoe verliep je terugkeer naar België?

Toen ik terugkwam, was ik het vergulden een beetje beu. Ik had enorm veel werven buitenshuis gedaan en omdat ik in de winter buiten moest werken, had ik vrieswonden aan handen en voeten. In de Jardin du Luxembourg had ik kilometers hekwerk gerestaureerd en ik stelde mijn keuze toen echt in vraag, ik wist niet wat ik zou doen. Uiteindelijk heb ik dan twee jaar bij Schleiper gewerkt als adviseur vergulding. Daar leerde ik Virginie kennen, mijn partner hier in het atelier en ook lid van Smart. En daar heb ik ook mijn eerste klanten binnengehaald. Dat begint met: “Oh, wil jij dat niet doen voor mij? Ik kom er niet uit.” Ik werd ook gevraagd om les te geven. De aanvragen stapelden zich op en werden almaar groter. Dus schreef ik me in bij Smart om mijn activiteit officieel te maken. Ik heb enkele jaren halftijds in een autorijschool gewerkt om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. En gaandeweg kreeg het vergulden de bovenhand en kon ik die job opzeggen.

Waarom Smart?

In het atelier voel ik me thuis. Boekhouding, offertes opmaken of klanten die niet betalen achter de veren zitten … dat is echt niets voor mij. Dus leve Smart! Als iemand mij vraagt: “Wat? Ben je nog altijd bij Smart? Is dat niet duur?”, dan antwoord ik dat het voor mij heel comfortabel is. De professionele verzekering, de dienst schuldvordering, het feit dat je een aangifte kan doen via de smartphone als het snel moet gaan … Bovendien hebben we geen rechtlijnig beroep. In sommige periodes geef ik meer les, ik heb niet altijd evenveel bestellingen … dat verandert constant.

 

Waaruit bestaat je werk vandaag?

Ik breng voornamelijk tijd door in het atelier voor restauraties en ik maak ook zelf werken. Ik neem verschillende soorten objecten onder handen. Dat kan gaan van voorwerpen uit het tijdperk van Lodewijk XIV tot supermoderne dingen, maar het vaakst werk ik toch aan meubelstukken uit de 18e eeuw.

Ik werk voor antiekhandelaars, particulieren en de Kerk. We werken veel samen met het aartsbisdom van Rijsel. Zo restaureer ik gepolychromeerde standbeelden, maar ook plafonds in kerken.

Weten je klanten veel over vergulden?

Ik krijg soms leken over de vloer met voorwerpen die ze geërfd hebben. De restauratie is vaak duurder dan het object zelf, maar de sentimentele waarde is zo groot dat ze het toch liever laten restaureren. Het publiek van het vergulde hout daarentegen weet er zeker iets van, omdat het heel specifiek is. Virginie werkt met gips en doet meer uiteenlopende dingen … de ene dag kan ze bijvoorbeeld een buste van Homer Simpson restaureren, terwijl ze de volgende dag een replica maakt van de Nikè van Samothrake. Bij mij, tja … verguld hout is verguld hout.

 

Hoe beïnvloedt de schommeling van de goudprijs je werk?

De prijs van goud is in de voorbije twee jaar met een dikke 60% gestegen en dat heeft uiteraard wel gevolgen voor mijn werk. Maar eigenlijk kosten de werkuren meer dan het goud. Als klanten me om een offerte vragen voor een restauratie in de buitenlucht, voor een balkon, koepel of hekwerk, vragen ze me altijd of goudverf niet goedkoper zou zijn. Dan antwoord ik dat je als vergulder wel wat werkuren hebt en dat de kost van het goud erbij komt, maar dat goud – in tegenstelling tot verf – weerbestendig is. Bladgoud is dus wel duurder bij de aankoop, maar het is een betere investering. Dat is zoals een trui kopen die gemaakt is in Taiwan of in België.

Hoe zie je de toekomst voor je beroep?

Mijn collega Virginie en ik willen ons meer toespitsen op creatie. We houden van het idee om moderne dingen te maken met 18e-eeuwse technieken: grote kamerschermen, decoratieve panelen, meubels … Want de markt verandert enorm. De onlineverkoop van antiek heeft bijvoorbeeld een grote impact op ons restauratiewerk. Het komt er nu dus op aan om uit te zoeken hoe we onze creatieve ideeën in de praktijk kunnen omzetten en ons doelpubliek te vinden. Dat is nu onze uitdaging.