Ziekte- en moederschapsverlof

 

 het ziekteverlof

Het ziekteverlof, gerechtvaardigd door een medisch getuigschrift, wordt verdeeld in maximaal drie periodes :
-  de eerste periode (maximaal een maand) wordt gedekt door de werkgever, indien de persoon loontrekkende is (normaal loon), ofwel door de mutualiteit, indien de persoon een werkloosheidsuitkering trekt. Opgelet: de werkgever dient het ziekteverlof van zijn werknemer niet te betalen indien de werknemer is aangeworven met een contract voor bepaalde duur van minder dan drie maanden of voor een duidelijk omschreven werk van minder dan drie maanden en indien de werknemer over een anciënniteit beschikt van minder dan één maand.
-  de tweede periode (“primaire periode” of “arbeidsongeschiktheid” genoemd) loopt van de tweede maand van het ziekteverlof tot het einde van de 12de maand. Ze wordt gedekt door de mutualiteit.
-  de derde periode (“secundaire periode” of “invaliditeit“) vangt aan vanaf de 13de maand. Ze wordt gedekt door de mutualiteit.

De door het ziekenfonds uitgekeerde bedragen verschillen ietwat volgens de periode.

Het moederschapsverlof
Het moederschapsverlof van de zwangere vrouw bedraagt 15 wekendie kunnen worden gespreid. Zij ontvangt dan een vervangingstoelage, betaald door het ziekenfonds.
Zij kan haar prenataal verlof beginnen ten vroegste 7 weken vóór de door de arts voorziene bevallingsdatum, en ten laatste een week vóór deze datum. De resterende weken van de 15 verlofweken kan zij na de geboorte opnemen : dat is het postnataal verlof. De laatste 2 weken moederschapsverlof kunnen worden vervangen in reële vakantiedagen. De moeder kan dus 2 weken vroeger beginnen met werken en deze 2 resterende weken spreiden zoals ze wil.

Ook de vader heeft recht op een vaderschapsverlof van 10 dagen, op te nemen binnen de 4 maanden die volgen op de bevalling. Hij kan dit verlof naar believen opsplitsen.