Het combineren van ‘dagequivalenten’ en effectieve dagen

Voor elk type prestaties (C4 met vermelding van uurrooster, voltijds, deeltijds, zonder uurrooster, per gage…) past de RVA een specifieke berekeningsregel toe.
Als je in het verleden met verschillende soorten contracten werkte, zal de RVA voor elke C4 de overeenstemmende regel toepassen en het aantal verkregen dagen optellen (effectieve dagen + dagequivalenten). Afhankelijk van het type van de prestatie worden volgende regels toegepast:De kunstenaar wordt “per jaar” of “per seizoen” aangeworvenHiervoor worden de gewone berekeningsregels toegepast:

-  Voor een ononderbroken voltijdse tewerkstelling (minstens 35 uur per week) gedurende een volledig kwartaal worden 78 werkdagen in aanmerking genomen.

-  Voor een ononderbroken voltijdse tewerkstelling (maar met onvolledige maanden) wordt het aantal werkdagen als volgt berekend: het aantal tijdens de tewerkstellingsperiodegepresteerde werkdagen wordt vermenigvuldigd met 6 en gedeeld door het gemiddelde aantal werkdagen per week.

Voorbeeld: een werknemer werkt voltijds van 3 mei2012 tot 13juni2012, in een stelsel met gemiddeld 5 werkdagen per week, of een totaal van 30 werkdagen. Voor deze periode houdt de RVA rekening met: (30 maal 6) / 5= 36 dagen.

Het zo berekende aantal werkdagen kan per kwartaal niet meer dan 78 bedragen

-  Voor de periodes van deeltijdse tewerkstelling, is het aantal aangerekende dagen gelijk aan het aantal gepresteerde werkuren, tijdens de tewerkstellingsperiode, vermenigvuldigd met 6, en gedeeld door het gemiddelde aantal voltijdse werkuren per week voor dezelfde functie.

Voorbeeld: een werknemer werkt van 4mei 2012 tot 29 augustus 2012 in een ritme van 19 uur per week, of een totaal van 8 weken maal 19 uur= 152 werkuren. Voor dit werk bedraagt het normale voltijdse werkschema 38 uur per week. Voor deze periode houdt de RVA rekening met: (152 uur maal 6)/38= 24 dagen.

Het zo berekende aantal werkdagen kan per kwartaal niet meer dan 78 bedragen.

De kunstenaar wordt aangeworven met contracten van korte duur en “per cachet” betaald:

-  De cachetregel geldt hier voor muzikanten en de vertolkende en scheppende kunstenaars uit het spektakelbedrijf.

Het brutoloon van al deze contracten wordt opgeteld en gedeeld door het bruto referentieloon voor kunstenaars van 39,21€ (een dagforfait). De uitkomst geeft het aantal dagequivalenten (dat nooit meer dan 78 per kwartaal mag bedragen).

-  Voor scheppende kunstenaars die buiten het spektakelbedrijf actief zijn en de technici uit het spektakelbedrijf gelden de gewone toekenningsregels voor het verkrijgen van een werkloosheidsuitkering, zelfs als deze ‘per cachet’ betaald worden.