Hoeveel zal mijn werkloosheidsuitkering bedragen?

Berekeningsbasis van de uitkering

Tijdens het eerste werkloosheidsjaar wordt voor alle werklozen en ongeacht hun gezinssituatie de hoogte van de werkloosheidsuitkering op identieke wijze berekend: tijdens de eerste drie maanden bedraagt de hoogte van de werkloosheidsuitkering 65% van een gemiddeld maandelijks referentieloon, waarna dat daalt tot 60% tijdens de volgende 9 maanden.

Opgelet: tijdens het eerste jaar werkloosheid beïnvloedt je gezinssituatie de hoogte van de uitkering als je de minimale werkloosheidsuitkering krijgt.

Hoe wordt je gemiddelde referentieloon bepaald?

De algemene regel

De RVA berekent een gemiddeld referentieloon aan de hand van het brutoloon dat je ontving tijdens je laatste job van minstens vier ononderbroken weken bij dezelfde werkgever. Dit is wel beperkt tot een plafond van 2466,59€ (op 01/04/12).

Opgelet: als je niet gedurende vier ononderbroken weken voor dezelfde werkgever hebt gewerkt of als je gemiddelde maandloon minder dan het minimumbedrag van 1501,82€ (referentiemaandloon op 01/12/12) bedraagt, kent de RVA je een minimumuitkering toe. De hoogte daarvan hangt af van je gezinstoestand. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. Je vindt ze terug op de RVA-site: www.rva.be).

 

De specifieke regel voor kunstenaars en technici uit de artistieke sector die per cachet betaald worden

Voor kunstenaars of technici die per cachet (taakloon) betaald worden en in hun referentieperiode geen 4 opeenvolgende weken voor dezelfde werkgever hebben gewerkt, baseert de RVA zich op het totale bedrag van de brutolonen die ze als werknemer verdienden tijdens het kalenderkwartaal voorafgaand aan het kwartaal waarin de aanvraag voor een werkloosheiduitkering werd ingediend. Het zo bepaalde gemiddelde referentieloon is begrensd door een minimum- en maximumbedrag.

Bijzondere gevallen:

– als je in het referentiekwartaal naast de cachetprestaties ook gewone prestaties verrichtte (en daarbij geen vier opeenvolgende weken voor dezelfde werkgever werkte), worden deze inkomsten opgeteld om het gemiddelde referentieloon te bepalen;

– als je in het referentiekwartaal naast de cachetprestaties ook vier opeenvolgende weken voor dezelfde werkgever werkte, worden deze inkomsten opgeteld om het gemiddelde referentieloon te bepalen, maar wel op voorwaarde dat je regelmatig cachetprestaties verricht;

– als je voor het referentiekwartaal wel vier opeenvolgende weken voor eenzelfde werkgever werkte, maar je hebt cachetcontracten in het referentiekwartaal, worden als dat voor jou voordeliger uitkomt de cachetcontracten en cachetlonen gebruikt om het referentieloon te bepalen en dus niet de vier opeenvolgende weken.