Uitzondering voor kunstenaars en technici uit de artistieke sectoren: de bescherming voor tijdelijke arbeid

Het principe

Na afloop van het eerste werkloosheidsjaar hebben kunstenaars en technici uit de artistieke sector de mogelijkheid om, ongeacht hun gezinssituatie, de hoogte van de werkloosheidsuitkering tijdens een periode van 12 maanden op 60% te behouden als ze voldoende gewerkt hebben in hun domein.

De voorwaarden voor een eerste toekenning

De voorwaarden om recht te hebben op de bescherming voor tijdelijke arbeid:

  • Voor kunstenaars zijn er 156 arbeidsdagen in een referentieperiode van 18 maanden vereist, waarvan minimaal 104 dagen artistieke activiteiten, eventueel aangevuld met maximaal 52 betaalde arbeidsdagen buiten de artistieke sector.
  • Voor de technici uit de artistieke sector zijn 156 arbeidsdagen in een referentieperiode van 18 maanden vereist, waarvan minimaal 104 dagen technische activiteiten in de artistieke sector met contracten van zeer korte duur (minder dan 3 maanden), eventueel aangevuld met maximaal 52 betaalde arbeidsdagen buiten de artistieke sector.

Opgelet: voor kunstenaars die per cachet of taakloon betaald worden, geldt de cachetregel om het vereiste aantal arbeidsdagen te berekenen. Dat is helaas niet het geval voor technici uit de artistieke sector.

Opgelet: Het is jammer dat zowel voor de bescherming van tijdelijke arbeid, als voor de terugkeer naar de eerste periode, werknemers uit de artistieke sector die afwisselen tussen artistieke en technische prestaties deze niet mogen combineren voor het minimumaantal van 104 dagen. Afhankelijk van zijn hoofdberoep, zal hij dit minimum van 104 dagen als kunstenaar OF als technicus moeten bereiken, en kan hij daarvoor enkel beroep doen op andere, aanverwante prestaties (als technicus of als kunstenaar) binnen het kader van de 52 andere als loontrekkende betaalde arbeidsdagen die de RVA aanvaardt om aan de 156 gewerkte dagen in de periode van 18 maanden te komen.

De verlenging van de bescherming voor tijdelijke arbeid

Eenmaal toegekend blijft dankzij de bescherming van tijdelijke arbeid je werkloosheidsuitkering op 60% tijdens een periode van 12 maanden die volgt op de eerste werkloosheidsperiode.

Dit voordeel kan elk jaar worden verlengd mits naleving van de volgende voorwaarden:

  • Voor kunstenaars: minimaal 3 artistieke prestaties en minimaal 3 werkdagen kunnen bewijzen tijdens de referentieperiode van twaalf maanden vóór het verstrijken van de laatste bescherming.
  • Voor de technici uit de artistieke sector: minimaal 3 contracten van zeer korte duur en minimaal 3 werkdagen kunnen bewijzen tijdens de referentieperiode van twaalf maanden vóór het verstrijken van de laatste bescherming.

Het aanvragen van de bescherming voor tijdelijke arbeid

  • Je dient je dossier in bij je uitbetalingsinstelling: de vakbond of de HVW.
  • De aanvraag moet ingediend worden voor het verstrijken van de eerste uitkeringsperiode (die overeenstemt met je eerste werkloosheidsjaar) en ten vroegste vanaf de 10de werkloosheidsmaand.
  • Voor je dossier heb je een kopie van je arbeids- of aanwervingscontracten en van je C4-formulieren  nodig. Kunstenaars moeten ook verklaren d.m.v. het formulier C1 Artiest dat ze tijdens hun werkloosheidsperiode een artistieke activiteit beoefenen. Als dit niet het geval is, of als je verklaring moet gewijzigd worden, moet je dit formulier aan je dossier toevoegen. Dit formulier is niet bedoeld voor technici uit de artistieke sector en zij moeten dit dus niet toevoegen aan hun dossier.
  • Als je van plan bent om van zodra je recht hebt op een werkloosheidsuitkering ook gebruik te maken van de bescherming voor tijdelijke arbeid, raden we aan om dit officieel te melden aan je uitbetalingsinstelling. De RVA zal je dan een specifieke code toewijzen, waardoor je uitbetalingsinstelling weet dat de vereiste bewijzen tijdig moeten ingediend worden. Maar dit is natuurlijk geen garantie dat je van dit recht gebruik zal kunnen maken. De beslissing van de RVA is immers alleen op de analyse van je dossier gebaseerd en dat kan op zijn vroegst vanaf de 10de werkloosheidsmaand worden ingediend. Zorg er in elk geval voor je dossier persoonlijk en binnen de aangegeven termijnen in te dienen, zonder daarbij af te wachten tot de werkloosheidsinstanties je daartoe aansporen, aangezien de verantwoordelijkheid voor de aanvraag bij jou ligt.
  • Als je een aanvraag voor een verlenging met twaalf maanden van de bescherming van tijdelijke arbeid indient, moet je de contracten en C4 formulieren  aan je uitbetalingsinstelling (vakbond of HVW) bezorgen vóór het verstrijken van de beschermde periode en op zijn vroegst op de 10de maand van de beschermde periode.