Is de overheid haar zin voor verantwoordelijkheid kwijt?

Opinie - 23/12/2019

Of hoe de culturele sector ondersteund moet worden als gemeenschappelijk goed

De aankondiging van de Vlaamse regering van grote besparingen wat de cultuursubsidies betreft, heeft aan beide kanten van de taalgrens voor heel wat beroering gezorgd. De maatregelen verrasten door hun omvang, maar zijn helaas niet nieuw. In heel Europa zijn er de voorbije jaren immers al besparingsrondes geweest, waarbij regeringen steevast snijden in de financiële middelen voor cultuur. Nu al is de rampzalige impact van een dergelijk beleid op de creatieve beroepen voelbaar, want het duurt jaren om te herstellen wat tijdens één enkele kabinetsvergadering in één ambtstermijn werd verwoest.

Niet alleen de culturele sector krijgt rake klappen door de besparingsmaatregelen. Ook de sociale sector wordt getroffen, en de ondersteuning voor kmo’s en zelfstandigen in het kader van de kmo-portefeuille werd fors verlaagd. Met andere woorden, alles wat een maatschappelijke meerwaarde heeft, moet eraan geloven.

Niet alle cultuurwerkers worden op dezelfde manier geraakt, maar in sommige gevallen zijn de besparingen ronduit schandalig: de projectsubsidies worden bijvoorbeeld met maar liefst 60 % teruggeschroefd! Kortom, 60 % minder voor innovatie en experimenten, 60 % minder voor de meest kwetsbare spelers in de sector.
Doorgaans verwerven kunstenaars en cultuurwerkers een groot deel van hun financiële middelen dankzij subsidies van de overheid of omdat het publiek voor hun prestaties betaalt. In beide gevallen hangen die inkomsten af van voorwaarden die hun vrijheid kunnen beknotten. Toch is in het verleden al gebleken dat overheidssteun betere garanties biedt voor vernieuwende of kritische vormen van culturele expressie, terwijl commerciële cultuur gewoon zoveel mogelijk inkomsten wil genereren en dus vaak op zoek gaat naar de grootste gemene deler. Wie nieuwe formats bedenkt, moet het publiek nu eenmaal laten gewennen aan die vernieuwing, en dat vraagt tijd. Tijd die niets oplevert.

Smart werd opgericht om de professionele carrière van artiesten en creatieve ondernemers te ondersteunen. Door met hen samen te werken, hebben we in de voorbije jaren veel geleerd over de evolutie van de arbeidswereld. We kennen hen dus goed. We kennen hun constante gevecht om een nieuwe markt te vinden voor hun talent en de moeilijkheden die ze daarbij ervaren, we kennen hun vermogen om te roeien met de riemen die ze hebben. Omdat we echter ook weten dat mensen zich maar in zekere mate zelf uit de slag kunnen trekken en tot welke impasse dat kan leiden, hebben we altijd gezocht naar de beste oplossingen op basis van mutualisering en solidariteit, te beginnen met de regelingen die van de overheid uitgaan. Zo hebben we er alles aan gedaan om artiesten, kunstenaars en andere autonome werkers uit allerlei sectoren makkelijker toegang te bieden tot de sociale bescherming van loontrekkenden. Daarnaast hebben we samen met alle leden van de coöperatie een gedeelde onderneming ontwikkeld die iedereen de mogelijkheid biedt om hun eigen projecten te realiseren binnen de kracht van het collectief.

Gelukkig vinden artistieke gemeenschappen, creatieve ondernemers en freelancers in de meest uiteenlopende beroepen dankzij dit model een manier om samen te zorgen voor meer autonomie en zekerheid bij de uitoefening van hun vak. Zo zijn professionals minder afhankelijk van de economische risico’s omdat ze hun activiteit kunnen ontwikkelen binnen een coöperatief en solidair project op basis van mutualisering. Dat betekent echter niet dat de politieke overheden hun verantwoordelijkheid niet moeten nemen. Door te weigeren om creatieve ondernemers met publieke middelen te steunen, wordt kunst gereduceerd tot haar pure handelswaarde, ten koste van de meer fundamentele waarden die ze voor de hele gemeenschap vertegenwoordigt. Door een sector te kortwieken die al sinds 2014 het hoofd moet bieden aan drastische besparingsmaatregelen, worden de meest kwetsbaren nog maar eens geconfronteerd met het verlammende concept van “ieder voor zich”. Bovendien wordt de staat zo de mogelijkheid ontzegd om projecten te ondersteunen die een gemeenschappelijk goed creëren. Het is een beknotting van de solidaire vooruitzichten die we voor onze toekomst hadden gewild.

Anne-Laure Desgris & Maxime Dechesne, gedelegeerd bestuurders van Smart